Heksenverbranding in ‘s-Heerenberg

De 80-jarige oorlog was geen pretje in ‘s-Heerenberg en het gebied schoof heen en weer tussen de Staatse troepen en de Spanjaarden. Aan beide zijden betaalde de bevolking het gelag en als de boeren niet vermoord werden, lagen ze aan de geeuwhonger: hun gewas verdween in soldatenmagen en of

dat nu Staatse of Spaanse magen waren maakten voor de slachtoffers niets uit. Zo verging het ook het stadje ‘s-Heerenberg, de ene keer waren de Spaanse en de andere keer waren de Staatse troepen de baas met als gemene deler het plunderen.

Het kasteel Huis Bergh was behoorlijk verwoest, de graven van den Bergh hadden de benen genomen en als klap op de vuurpijl was er de pest. Ook heksenvervolging kwam in deze periode voor en in die tijd moest Mechteld ten Ham als weduwe het hoofd boven water houden. Dat lukte, letterlijk: ze bleef drijven in de waterproef na beschuldigingen van hekserij.

De laatste heksenverbranding

Een heksverbranding! Natuurlijk stond iedereen verlekkerd te kijken toen de beul op vijfentwintig Juli 1605 de brandstapel aan stak waarop Mechteld ten Ham aan een paal stond vastgebonden. Dat was de laatste heksenverbranding in Nederland. Waarom? Wat had ze gedaan? Niks natuurlijk maar misschien was iemand jaloers of keek Mechteld de buurman verkeerd aan. Wellicht wilde een dakloze haar huisje hebben, weet ik veel. Hoe dan ook Mechteld eiste een proces tegen de beschuldigingen, ze kreeg het proces en pech voor haar: ze bleef drijven in het water.

Mechteld was een heks

Dan moest ze een heks zijn en dus hup, misschien nog drijfnat, ging ze als laatste heks van Nederland op de brandstapel. Voor mij was dat blijven drijven juist het bewijs dat ze geen heks was. Een echte heks lag rustig op de bodem van de gracht, kwam pas boven als het donker was, iedereen op één oor lag en nam vervolgens de kuierlatten of in dit geval de bezem. Een echte heks lachte om een heksenverbranding.

De eerste heksverbranding

Als er een laatste heksverbranding was, vond er natuurlijk ook een eerste heksverbranding plaats. En verdomd, dat gebeurde ook in Gelderland, in Almen. In 1472 stond Aleydis op de brandstapel en het zou mij niet verbazen als de pastoor, haar minnaar, toe moest kijken.

Dan pakte die Romeinse heks of courtisane Fiammetta het in hetzelfde jaar heel wat slimmer aan.

Fiammetta

Zodra haar kardinaal, Piccolomini, zei dat hij zich zeer godsvruchtig voelde na het lezen van Marcus 6:14-29, wist Fiammetta hoe laat het was. De godsvrucht van haar heer was, voor het eerst in een maand, in de onderste regionen tot leven gekomen en ze was benieuwd of ze die mini piccolo, zoals ze haar gebruiker in gedachten noemde, tot enig genot kon brengen.

Traag en sierlijk vielen in een langzame sensuele dans een voor een zeven sluiers van haar af tot ze met hoog geheven armen naakt voor hem stond. Ze zag dat de kleine piccolo min of meer tot wasdom was gekomen. Langzaam daalde ze neer op haar stokoude, krakende kardinaal tot de lust van Piccolomini het aflegde tegen de roep van Magere Hein. Voor Fiammetta kwam er geen brandstapel, wel een rijke erfenis.

Waarom moest Mechteld op de brandstapel?

Zag deze boom Mechteld branden?

De graven van den Bergh waren gevlucht naar een van hun andere bezittingen. Het waren geen misselijke jongens en meisjes, die graven, die hadden een eigen munt. Hun muntmeester was achter gebleven en wellicht had Mechteld hem bezig gezien bij het snoeien van munten, tenslotte was er in deze roerige tijd toch weinig controle en een mens moest eten, nietwaar. Dus een wat kleiner randje aan een gouden of zilveren munt viel niet op, hoopte zo’n zwendelaar. Misschien wilde Mechteld een stukje mee pikken. Ik vermoed dat het zo iets geweest moet zijn.

Wil je naar het contactformulier? Klik hier

Als je mij op mijn persoonlijke Facebook wil volgen, klik hier    

Deel dit artikel